Geen dieselboten meer op Amsterdamse grachten: uitstootvrije zone gaat door
Het Amsterdamse college voert per 1 april een uitstootvrije zone voor pleziervaartuigen in het centrum van de stad. Alleen boten waarvan de motor wordt aangedreven door elektriciteit of waterstof mogen er dan nog varen.
Dat schrijft wethouder Melanie van der Horst (Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit) in een brief aan de gemeenteraad. Er is een overgangsperiode voor vignethouders die al voor 1 april 2025 een vignet hadden. Zij mogen daardoor – afhankelijk van het vignet dat ze hebben – nog drie of vijf jaar met een dieselmotorboot de gracht op. Varend erfgoed is tot 2030 uitgezonderd van het beleid.
Overtreders krijgen per 1 april eerst een waarschuwing. Vanaf juli of augustus begint de gemeente met handhaven en kunnen er boetes worden opgelegd. Om de overgang te ondersteunen, wil de gemeente vóór 2030 maximaal 2500 laadpunten voor elektrische pleziervaartuigen realiseren in de stad.
Verbeteren luchtkwaliteit
De belangrijkste redenen om de maatregel in te voeren zijn het verbeteren van de luchtkwaliteit en het verminderen van de CO2-uitstoot en geluidsoverlast. Vooral het verbeteren van de luchtkwaliteit geniet volgens Van der Horst prioriteit.
‘Amsterdammers leven ongeveer 11 maanden korter en roken gemiddeld 4,4 sigaretten per dag mee door de vieze lucht in de stad,’ schrijft ze. Volgens onderzoek van TNO zal de uitstootvrije vaarzone vooral effect hebben tijdens piekmomenten, zoals drukke zomerse dagen.
1033 zienswijzen
Het beleid om vaartuigen met een verbrandingsmotor uit het centrum te weren dateert uit 2023. Het beleidsvoornemen lag tussen 22 april en 10 juni vorig jaar ter inzage, waarop de gemeente 1033 zienswijzen ontving. Mede naar aanleiding daarvan werd besloten om voor doorvaartvignethouders een overgangsperiode tot 1 januari 2028 in het leven te roepen.
Voor passagiersvaart en transport over water geldt in Amsterdam al sinds 1 januari jongstleden een verplichting om uitstootvrij te varen. Uitzonderingen worden alleen in speciale gevallen toegestaan. Sommige exploitanten kunnen gebruikmaken van een overgangsperiode tot 1 maart volgend jaar.
De voorbereiding en invoering worden betaald vanuit de gemeentelijke meerjarenbegroting en uit CDOKE-middelen (regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid) van de overheid.
uit: Het Parool door Tom Dieleman